|
Het ingewikkelde aan de milieu-impact van ICT is dat die enigszins onzichtbaar is. Bij een ronkende dieselauto of een rokende schoorsteen van een fabriek is de link met CO2-uitstoot snel gelegd. Maar bij het versturen van een mail zie je geen wolkje broeikasgassen vrijkomen. Toch is de impact op het milieu er wel degelijk.
Elke verstuurde mail verbruikt energie, van de internetverbinding waarover de mail verstuurd wordt tot aan serverruimtes van providers van mailprogramma’s. Of wat te denken van alle bewaarde mails in de categorie ‘misschien nog eens handig’ of de chronisch ongeopende mails. Al die digitale poststukken nemen ruimte in en verbruiken daarmee energie, terwijl dat eigenlijk onnodig is. Want in elk geval die ongelezen mails kunnen in feite gewoon verwijderd worden zonder dat je ze mist. Die andere zijn inderdáád misschien nog wel eens handig…
Alleen dit voorbeeld geeft al aan dat het wereldwijde gebruik van ICT opgeteld flink wat energie slurpt. En dat lijkt voorlopig alleen maar méér te worden. Sowieso nemen computers en robots steeds meer taken over, maar ook de stormachtige opkomst van artificial intelligence (AI) draagt daaraan bij.
AI-toepassingen worden steeds slimmer en kunnen steeds meer, maar dat kan alleen omdat de onderliggende computermodellen ook steeds uitgebreider worden. Hoewel de gebruiker het niet ziet, maakt de toepassing achter de schermen in feite razendsnel allerlei kansberekeningen. Deze modellen vragen daardoor een heleboel rekenkracht. En dus computers om de modellen te maken en nog meer computers (servers) om de modellen ook te laten draaien en te laten rekenen.
De ontwikkeling is dus duidelijk, en zeker is ook dat er met ‘groene’ ICT een hoop te winnen valt in het terugdringen van het energieverbruik. De vraag is: wat te doen? Eigenlijk kun je het verduurzamen van de ICT langs twee lijnen aanpakken. Enerzijds kun je naar de vergroening van apparatuur en software zelf kijken. En anderzijds zijn er organisatorische maatregelen die je kunt nemen om duurzamer met de apparatuur om te gaan.
Dit artikel is vooral bedoeld om een globaal overzicht te geven van waar je aan zou kunnen denken. Online is onder ‘green IT’ of ‘green ICT’ veel meer informatie te vinden, net als bijvoorbeeld in het kader van het actieplan Duurzame Digitalisering van de Rijksoverheid. De overheid ziet namelijk flinke economische kansen in het combineren van verduurzaming en digitalisering.
Laten we eerst eens kijken naar de apparatuur zelf. Bij het verduurzamen van laptops, computers en smartphones geldt eigenlijk altijd hetzelfde adagium: verleng de levensduur van producten en kijk bij de aanschaf van nieuwe apparaten naar de ‘repareerbaarheid’. En als de apparatuur echt antiek is, loont het juist om ze te vervangen door nieuwe apparaten. Want die zijn vaak veel energiezuiniger.
Ook de vraag of de nieuwe spullen nog te recyclen zijn kun je al meewegen bij de aanschaf (zie ook het artikel over het verkleinen van je afvalstroom). Uiteraard speelt ook de gebruiksvriendelijkheid een rol. En simpelweg de bedrijfseconomische berekening. Vaak zijn duurzamere apparaten duurder in aanschaf, maar maakt de langere levensduur dat prijskaartje gemiddeld genomen goed. Niettemin is het belangrijk om de sommetjes op orde te hebben.
Inzoomend op het energieverbruik kun je bij het vergelijken van apparatuur letten op keurmerken. Op pakweg een wasmachine of stofzuiger zit een standaard-energielabel, dat loopt van A tot en met G. Maar voor laptops en computers is zo’n standaardlabel niet verplicht. Wel zijn er andere keurmerken voor elektronica die je kunnen helpen bij het vergelijken. Een overzicht is te vinden in de Keurmerkenwijzer van Milieu Centraal.
In het algemeen geldt overigens dat een laptop minder energie verbruikt dan een desktop. Op losse computermonitors is een energielabel zoals bij wasmachines overigens wél verplicht, dus bij beeldschermen kun je daarop vergelijken.
Een andere grote energieverbruiker is de ruimte vol servers, waarop het bedrijfsnetwerk draait. Veel mkb’ers zullen dit extern inkopen, maar het kan geen kwaad om eens na te gaan hoe duurzaam dit nu eigenlijk is. Misschien is er ruimte om juist de serverruimte te laten draaien op zonnepanelen of andere vormen van duurzame energie. Dit geldt natuurlijk in het algemeen voor de elektriciteit waar al je laptops, beeldschermen en wifi-routers op draaien.
Naast interne servers voor het bedrijfsnetwerk zullen veel ondernemingen ook serverruimte inhuren om data op te slaan in de cloud. Omdat dit zo essentieel is voor de bedrijfsvoering, valt het echter nog niet mee om hier scherpe keuzes in te maken. En belangrijke bedrijfsdata verhuizen van de ene naar de andere aanbieder is ook een hele onderneming. Wel zijn de grote aanbieders van cloudopslag drukdoende om ook de CO2-uitstoot van cloudopslag te verminderen, bijvoorbeeld door de opslaglocaties op duurzame energie te laten draaien. Ook zijn er projecten waarbij restwarmte die de servers produceren wordt ingezet om gebouwen te verwarmen.
Iets soortgelijks geldt voor software. Ook op dat gebied zijn zeker duurzame ontwikkelingen aan de gang, waarbij producenten het energieverbruik bij het maken van de software weten terug te dringen. Maar als kleinere onderneming waarbij bepaalde software helemaal ingebed is in de bedrijfsvoering, valt het niet mee om zomaar over te stappen naar een duurzamer alternatief. Wel kun je op bepaalde dingen letten. Een al uitontwikkeld, breed beschikbaar standaardproduct heeft het energieverbruik al ‘gehad’. Terwijl voor nieuwe, helemaal op maat gemaakte software dus weer nieuwe energie nodig is.
Een handreiking (pdf) van de overheid over het duurzaam inkopen van software geeft je nog een paar van dit soort aandachtspunten. Verder zou je qua software kunnen denken aan een meer duurzame browser als Ecosia. Die steekt de advertentie-inkomsten van haar zoekmachine goeddeels in onder meer het planten van bomen.
Naast het verduurzamen van apparatuur en software valt er ook nog veel te halen in de manier waarop je de apparatuur gebruikt. Daarbij is eigenlijk de kern om je steeds af te vragen: is dit nodig? Vroeger stond er onder veel e-mails nog de welluidende zin ‘Please consider the environment before printing this e-mail’. Het massaal uitprinten van mails is wel verleden tijd, maar er wordt nog steeds volop gemaild.
In het kader van duurzaamheid is het van belang dat elke cc of bcc extra energieverbruik met zich meebrengt. Uiteraard maar een heel klein beetje verbruik per cc, maar in alle mailstromen telt dat toch aardig op.
En dan hebben we het nog niet over de bulk e-mails in inboxen en spamboxen. Het opschonen van mails is dus in feite energiezuinig, net als stoppen met onnodig cc’en. En schrijf je bijvoorbeeld uit voor nieuwsbrieven die je toch niet leest. Een korte handleiding met tips over het opschonen van de mail vind je bijvoorbeeld hier in pdf.
Iets soortgelijks geldt voor cloudopslag. Het archief neemt dankzij de cloud niet meer veel zichtbare ruimte in, maar is het echt nodig om deze documenten nog digitaal te bewaren? Of vallen ze als je eerlijk bent eigenlijk zelfs niet meer in de categorie ‘misschien nog eens handig’?
Duurzaamheid in Bedrijf is een onderdeel van Rendement Uitgeverij.
Conradstraat 18
Unit E2.172
3013 AP Rotterdam
info@duurzaamheidinbedrijf.nl
010 – 24 33 9 33
KVK: 27181487
IBAN: NL24 INGB 0006 4159 44
BTW: NL 8079.64.712.B.01
copyright © 2009 – 2024 – rendement.nl
Gebruik van deze site betekent dat u onze algemene voorwaarden en ons privacy statement accepteert.