Duurzaamheid in Bedrijf

Zoeken
Sluit dit zoekvak.
Een ‘groener’ wagen­park: waar moet je op letten?
Elke zakelijke kilometer die op een meer duurzame manier wordt afgelegd, is winst voor de planeet. Het vergroenen van het wagenpark van je onderneming is dus een goede manier om bij te dragen aan meer duurzame mobiliteit. Vraag is: hoe pak je dat aan?

|

18 februari 2025

Vooropgesteld: het allergroenste wagenpark is géén wagenpark. Maar voor veel ondernemers zal het helemaal afschaffen van vierwielers niet haalbaar zijn, of niet kostenefficiënt. Als je dan wilt werken aan meer duurzame mobiliteit, is het dus zaak om elke kilometer die toch gereden moet worden in elk geval zo groen mogelijk af te leggen. Dat zijn dan ingrepen die je kunt doen naast organisatorische maatregelen, zoals het terugdringen van woon-werkverkeer of het aantal levermomenten aan je klanten te verminderen. Over slimme organisatorische stappen om minder kilometers te maken kun je in dit artikel meer lezen.

Afwegingen bij elektrisch vervoer

Bij het overstappen naar duurzamer vervoer zijn er flink wat variabelen om rekening mee te houden. Het kostenplaatje is uiteraard belangrijk. Maar ook de actieradius van een elektrische wagen is van belang, net als de vraag welke investeringen er nodig zijn om elektrische voertuigen te kunnen laden. Dit artikel behandelt beknopt een aantal van deze afwegingen, maar uiteindelijk komt voor ondernemers neer op een hoop sommen maken. Op die manier kun je namelijk enigszins objectief inzicht krijgen in wat nu de beste optie is voor jouw bedrijf. Een rekenhulpmiddel kan de website Welke e-bestelbus zijn, waar je een indicatie kunt krijgen van de kosten elektrische alternatieven op basis van hoeveel zakelijke kilometers je maakt.

Vraagtekens bij overstap

Het lastige van deze overstap – om dat maar meteen te benoemen – is de onzekerheid. Neem een transportondernemer. Die weet na jaren van gebruik precies hoe lang de dieseltrucks meegaan, hoe vaak ze stuk gaan en wat ongeveer de onderhoudskosten zijn waar de onderneming rekening mee moet houden. Bij het aanschaffen van een nieuwe dieseltruck kan de ondernemer dus ook goed inschatten of hij waar krijgt voor zijn geld. Voor nieuwe elektrische trucks is dat vooraf een stuk moeilijker in te schatten. Vragen als ‘hoe lang staat een truck stil om te laden en waar kan dat allemaal’, hoefden voorheen niet gesteld te worden. Er is namelijk overal wel een tankstation in de buurt.

Vervangen, of een nieuwe strategie?

Een andere, nieuwe variabele is: ga ik mijn huidige vervoermiddel op benzine of diesel één-op-één vervangen door een hybride of elektrisch exemplaar? Of ga ik meteen andere keuzes maken in het mobiliteitsbeleid? Bij een distributieonderneming zou je kunnen denken aan het vervoer van producten met een elektrisch voertuig naar een verzamelpunt aan de rand van de stad. Vervolgens worden die producten dan met een kleiner elektrisch voertuig of zelfs met de bakfiets naar klanten vervoerd. Dat vraagt weer heel andere afwegingen dan, gechargeerd gezegd, de folder doorbladeren en een nieuwe elektrische bestelbus uitkiezen.

Voor meer hulp bij het maken van afwegingen kun je kijken in de uitgebreide lijst met vragen & antwoorden van Nederland Elektrisch. Of in dit stappenplan elektrisch rijden van de site over zero-emissiezones (waarover verderop meer).

Kostenplaatje berekenen

Terug naar het maken van sommen. Naast pluspunten voor het milieu hebben elektrische voertuigen ten opzichte van verbrandingsmotoren in het algemeen óók een streepje voor in de onderhoudskosten. Een recent onderzoek stelt dat elektrische personenauto’s voor werkgevers al snel goedkoper zijn dan auto’s met fossiele aandrijving. De aanschafprijs van een elektrische auto ligt weliswaar hoger, maar de gebruikskosten zijn lager. Daardoor pakt het plaatje gunstiger uit. Dit gunstige beeld geldt overigens niet voor werknemers, want zij betalen de bijtelling voor de auto van de zaak op basis van de hogere aanschafprijs.

Voor trucks zijn er ook dergelijke scenario’s te vinden. Zo heeft ING begin 2024 becijferd dat elektrische trucks pas vanaf 2028 voordeliger zullen zijn dan dieseltrucks bij een gebruik van 60.000 kilometers per jaar. Bij méér kilometers is elektrisch al eerder aantrekkelijker.

Ook kosten voor laadpalen

De genoemde kostenschetsen gaan dan nog vooral over de voertuigen zelf. Maar voor elektrisch vervoer moet je ook de laadinfrastructuur op orde hebben. Hoewel er steeds meer laadpunten bij komen, is het als ondernemer misschien wel zo prettig om zélf die laadinfrastructuur te hebben. En dan liefst ook een snellader. Anders kan het zijn dat alle laadpalen in de buurt net bezet zijn, terwijl jij nog moet laden omdat je vanmiddag naar een belangrijke afspraak moet.

Het zelf organiseren van laadinfrastructuur kan ook nog flink wat voeten in de aarde hebben. Denk aan aanpassingen in de meterkast, en ruimte maken bij je bedrijfspand. Het voert wat ver om alle technische details hier te bespreken, maar het is wel iets om rekening mee te houden.

Subsidies voor duurzaam vervoer

Bij het berekenen van jouw kostenplaatje is het verder belangrijk om te kijken naar de subsidies en belastingvoordelen die de overheid overheeft voor duurzame mobiliteit. Helaas is de breed toegankelijke SEBA-regeling voor subsidie op elektrische bestelauto’s met ingang van 2025 gesloten. Maar deze subsidies zijn er nog wel (zie de links voor meer informatie):

  • SPRILA en SPULA: een subsidie voor private (PRI) en publieke (PU) laadinfrastructuur bij bedrijven. Met de SPRILA-regeling kun je mogelijk subsidie krijgen voor het aanleggen van laadinfrastructuur op eigen of gehuurd terrein. Er is ook een SPRILA-subsidie om advies in te winnen over je opties. De SPULA-regeling is een subsidie voor het aanleggen van laadinfrastructuur die altijd openbaar toegankelijk is.
  • AanZET (voluit: de Aanschafsubsidie Zero-Emissie Trucks): een subsidie op de aanschaf van elektrische vrachtauto’s. Let wel: het subsidieloket is vrij kort open, en het budget was de afgelopen jaren elke ronde in no-time op.

Belastingaftrek voor duurzaam vervoer

Naast subsidies zijn er ook verschillende belastingvoordelen (artikel) te behalen bij de verduurzaming van je wagenpark. Sowieso is er voor elke investering van meer dan € 2.900 (2025) in bedrijfswagens de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) mogelijk. Nog voordeliger wordt het als je de KIA kunt combineren met:

  • De milieu-investeringsaftrek (MIA): met deze investeringsaftrek kun je tot 45% van het investeringsbedrag aftrekken van je winst. De regeling is speciaal voor milieuvriendelijke investeringen. De elektrische bestelauto valt met ingang van 2025 helaas niet meer onder de MIA. Maar de bestelauto op waterstof nog wél, net als elektrische trucks, touringcars of pakweg elektrische bakfietsen. Ook een oplaadpunt voor zware voertuigen kan in aanmerking komen voor de MIA. De MIA is ook weer te combineren met de Vamil-regeling, waarmee je voordelig kunt afschrijven op investeringen in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen.
  • Of de energie-investeringsaftrek (EIA): deze aftrek kan oplopen tot 40% van het investeringsbedrag, en is bedoeld voor energiebesparende maatregelen. In het kader van vervoer zou je kunnen denken aan technische voorzieningen voor energiebesparing op bestaande transportmiddelen. Om in aanmerking te komen voor de EIA moeten investeringen voorkomen op de Energielijst (pdf), dus daarin kun je grasduinen voor inspiratie.

Zero-emissiezones punt van aandacht

Een praktisch punt om nog op één of andere manier in te calculeren zijn de zogeheten zero-emissiezones. Met ingang van 2025 heeft een aantal gemeenten al een dergelijke zone ingesteld in stadscentra, en de komende jaren volgen er meer. Op deze kaart kun je zien waar de zones gepland zijn. De meest vervuilende zakelijke wagens (dit geldt niet voor personenauto’s) mogen de zones per direct niet meer in, en dit toelatingsbeleid wordt elk jaar strenger. Op den duur moeten de zakelijke voertuigen die de zero-emissiezone in willen helemaal uitstootvrij zijn (of een ontheffing hebben).

Voor ondernemers is het belangrijk om te weten of er zulke plannen zijn voor jouw werkgebied en hoe je daar het best op kunt inspelen. Het is namelijk óók niet uitgesloten dat er in de toekomst nog meer hulp geboden wordt aan ondernemers om de overstap naar duurzaam vervoer te maken.

Truckrijbewijs voor elektrische bestelbus?

Een ander praktisch punt dat nog van belang is om te noemen voor je afwegingen is de discussie over het benodigde rijbewijs. Dat speelt niet bij personenauto’s, maar wel bij elektrische bestelbussen. Vanwege het gewicht van het accupakket vallen deze voertuigen namelijk soms in een zwaardere gewichtscategorie. En daardoor moet de bestuurder verplicht een C-rijbewijs hebben, het truckrijbewijs. Tot nu toe zijn bestuurders met een B-rijbewijs gedoogd, althans voor voertuigen die vóór 1 oktober 2023 op naam zijn gezet of zijn besteld. Maar in principe loopt dit gedoogbeleid op 1 juli 2025 af.

Het kabinet werkt aan wetgeving (pdf) die de verplichting voor een C-rijbewijs alsnog moet voorkomen. Dat zou dan gaan gelden voor bestelbussen met een maximaal toegestaan gewicht van 4.250 kg. Maar die regels zijn nog niet definitief. Houd dit dus in de gaten als je de komende tijd gaat rekenen.