Duurzaamheid in Bedrijf

Zoeken
Sluit dit zoekvak.
Groen licht voor samen­werking
Stel: je hebt samen met een andere ondernemer een puik idee om de milieuschade van jullie activiteiten terug te dringen. Dan is er goed nieuws: de kartelpolitie gaat soepel om met dergelijke samenwerkingen, zolang ondernemers maar aan de voorwaarden voldoen. Zo komt het beste voorhebben met de planeet je niet meteen op een kartelboete te staan.

|

17 december 2024

Zeker bij verduurzaming is het prettig om samenwerking op te zoeken met andere ondernemers. Juist omdat zo veel concullega’s óók bezig zijn met duurzaamheid, kan het goed zijn dat een ander al een briljante oplossing heeft gevonden voor de problemen waar jij tegenaan loopt. En dan is het dus zonde van tijd en geld om zelf te proberen om koste wat kost een oplossing te vinden. Het is dan ook zeker nuttig om actief op zoek te gaan naar mogelijke gesprekspartners, bijvoorbeeld via netwerkborrels of LinkedIn.

Kartelvorming is verboden

Tegelijkertijd komen bij samenwerking tussen ondernemingen ook altijd de mededingingsregels om de hoek kijken, die moeten zorgen voor eerlijke concurrentie. En daarom is onder meer kartelvorming verboden. Denk daarbij aan ondernemingen die afspraken maken over minimumprijzen of de markt onderling verdelen.

De toezichthouder op de Nederlandse mededingingsregels is de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Die kan waarschuwingen geven en boetes opleggen. Dit geldt net zo goed voor samenwerking bij vergroening. Ook onder het mom van duurzaamheid mag je dus géén afspraken maken over bijvoorbeeld het beperken van productie om de verkoopprijs op te krikken.

Uitzonderingen voor mkb’ers

Maar dat er regels zijn die kartelvorming moeten voorkomen, wil nog niet zeggen dat elke samenwerking tussen ondernemingen verboden is. Zoals in dit algemene artikel over samenwerking op duurzaamheidsgebied al is beschreven, geldt er sowieso een algemene uitzondering voor kleinere ondernemingen. Voor hen zijn de regels soepeler, zodat zij beter een vuist kunnen maken tegen het grootbedrijf. En daarnaast zijn er uitzonderingen voor samenwerkingen bij verduurzaming. Daarbij kun je in het algemeen zeggen dat die toegestaan zijn als de milieuwinst groter is dan de nadelen van de concurrentiebeperking.

Dit artikel zoomt in op enkele bijzondere vormen van samenwerking: afspraken over het terugdringen van milieuschade en het opleggen van duurzame regels als je leverancier bent. Want voor dit soort samenwerking heeft toezichthouder ACM aparte regels.

Afspraken om internationale norm te halen

Om te beginnen: de milieuschade. De ACM omschrijft dat als schade aan het milieu door de productie, het transport en de consumptie van goederen en diensten. En bij het terugdringen van dergelijke schade kan het dus gaan om het terugdringen van CO2-uitstoot (artikel), bijvoorbeeld bij de productie en het vervoer van goederen. Of om maatregelen om minder grondstoffen te verbruiken.

De ACM doet volgens zijn eigen toezichtsregels geen onderzoek en legt geen boetes op als de samenwerking voor het terugdringen van milieuschade voldoet aan vier voorwaarden:

  • De afspraak helpt om op een efficiënte manier een internationale norm te volgen of een duidelijk beleidsdoel te bereiken om milieuschade te voorkomen.
  • De milieuvoordelen zijn groter dan de nadelen voor de concurrentie.
  • De afspraak is noodzakelijk om de milieuvoordelen te behalen.
  • Klanten ontvangen een duidelijk en goed onderbouwd aandeel van de milieuvoordelen.

Terugdringen CO2-uitstoot, circulaire economie

Aan de genoemde internationale normen voor duurzaamheid is de laatste jaren bepaald geen gebrek. Een belangrijk doel voor Europa en Nederland is het fors terugdringen van de CO2-uitstoot (artikel). In 2030 moet de uitstoot van broeikasgassen al met 55% zijn teruggedrongen ten opzichte van 1990, zo is wettelijk vastgelegd.

Daarnaast heeft Nederland de ambitie dat de economie in 2050 volledig circulair is (artikel). En ons land heeft zich ook gecommitteerd aan de zogeheten Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties. Deze SDG’s (artikel) verplichten landen om beleid te maken om bijvoorbeeld honger en armoede in de wereld zo veel mogelijk uit te bannen. Dit zijn dus allemaal voorbeelden van normen om met je samenwerkingsproject op aan te sluiten.

Consument moet meeprofiteren

Het mag duidelijk zijn: het gaat bij de (inter)nationale normen om nogal omvangrijke doelen. Dermate omvangrijk dat het niet mee zal vallen om als individuele mkb’er een behoorlijke steen bij te dragen. Máár: met meerdere ondernemers samen wordt het een ander verhaal. En zeker omdat de overheid een belangrijke rol ziet voor het bedrijfsleven bij het behalen van allerlei duurzame doelstellingen, wil de ACM niet té streng zijn als het om samenwerking gaat.

Wel zegt de ACM in de eigen regels voor het toezicht (pdf) dat bij milieuschadeafspraken consumenten in de voor de afspraak relevante markt een belangrijke rol spelen. Zij moeten in elk geval tot de groep behoren ‘die profiteert van de voordelen van de afspraak’. Dat wil dus zeggen dat de afspraken zonder zo’n voordeel voor consumenten mogelijk niet door de ballotage komen.

Eisen van afnemers aan leveranciers

De ACM heeft ook richtlijnen voor hoe leveranciers en afnemers kunnen omgaan met duurzaamheidsafspraken, zónder dat het gezonde concurrentie belemmert. Afnemers mogen wat de toezichthouder betreft best veel vragen van hun leveranciers op duurzaamheidsgebied. Bijvoorbeeld dat die leverancier zelf een duurzame bedrijfsvoering heeft, zoals bij grotere ondernemingen is ingegeven door de Europese CSRD-richtlijn (artikel). Het grootbedrijf moet rapporteren over hun duurzame vorderingen, en voor die rapporten moeten deze ondernemingen ook weten hoe groen hun toeleveringsketen eigenlijk is.

Eisen van leveranciers aan afnemers

Andersom ligt het iets gecompliceerder. Als een leverancier duurzaamheidseisen wil stellen aan afnemers, dan moet die eerst aan bepaalde ACM-voorwaarden voldoen. Namelijk de eisen die de toezichthouder stelt aan zogeheten selectieve of exclusieve distributie.

Bij dit soort distributie maakt de leverancier afspraken met een beperkt aantal (web)verkopers of distributeurs voor de verkoop van zijn product. Deze afnemers hebben dus als voordeel dat zij bijvoorbeeld de enige verkoper in een regio zijn en de leverancier kan in ruil vragen of de verkoper geen concurrerende producten in het assortiment opneemt.

Duurzame bezorging en verpakking

De ACM heeft regels voor dit soort afspraken, want die kunnen concurrentie belemmeren. Het volledige kader waar leveranciers binnen moeten blijven is terug te vinden op de ACM-site. Maar in de kern is er waarschijnlijk niet zo veel aan de hand als de marktaandelen van de betrokken verkopers onder de 30% blijven. Leveranciers die binnen alle voorwaarden blijven mogen van de ACM dus eisen stellen aan hun afnemers op het gebied van duurzaamheid.

De toezichthouder noemt zelf onder meer als voorbeelden dat de leverancier mag vragen dat afnemers de producten duurzaam bezorgen (met de fiets of elektrische bestelbus), duurzame verpakkingen moeten gebruiken en mogelijkheden voor hergebruik van producten moeten aanbieden. Als de afnemer niet aan dergelijke verzoeken voldoet, hoeft de leverancier geen zaken meer met hem te doen, aldus de ACM.

ACM kan samenwerking toetsen

Ondernemers kunnen altijd hun licht opsteken bij de ACM om te checken of de samenwerking inderdaad door de beugel kan. Zo heeft de toezichthouder de online Samenwerkcheck, en is het mogelijk om de ACM te vragen om een zogeheten ‘informele toetsing’ van de afspraken. Zo heeft de ACM goedkeuring gegeven voor een duurzaamheidscertificering van Thuiswinkel.org, de brancheorganisatie van webwinkels. Om zo’n certificaat te krijgen, moeten webwinkels bijvoorbeeld zorgen voor verzending met zo min mogelijk verpakkingsmateriaal en bezorgen met zo weinig mogelijk CO2-uitstoot.

Wat de ACM betreft is dat een voorbeeld van hoe ondernemingen door samenwerking duurzame doelen kunnen halen ‘binnen de concurrentieregels’. Daarbij speelt overigens ook mee dat webshops op correcte wijze moeten communiceren over hun duurzaamheidsinspanningen. Want de ACM is óók de toezichthouder op ‘greenwashing’ (artikel). En dan zou je dus in de situatie kunnen komen dat de samenwerking wél deugt, maar de duurzame communicatie niet, en er alsnog een ACM-boete volgt…