Duurzaamheid in Bedrijf

Zoeken
Sluit dit zoekvak.
Klimaat­neutraal de weg op in 2050: wat doet de over­heid?
Nederland wil in 2050 klimaatneutraal zijn. Ofwel: een broeikasuitstoot van netto nul. Dat betekent ook nogal wat voor onder meer het wegverkeer in het land. Ondernemers zijn in het algemeen dan ook bezig met het vergroenen van hun vervoersstromen. Maar doet de overheid ook voldoende om het doel te halen in 2050? Een blik op de beleidskant van klimaatneutrale mobiliteit.

|

8 april 2025

Nederland heeft in de wet vastgelegd dat de netto-uitstoot van broeikasgassen in 2050 naar nul moet zijn teruggebracht (artikel). Om dat te bereiken moet ons land grote stappen zetten, op allerlei gebieden. Zo moet de energievoorziening uit hernieuwbare bronnen komen en moeten gebouwen op een uitstootvrije manier verwarmd worden.

Ook op het gebied van mobiliteit is er heel wat actie nodig. Want dagelijks slingert onder meer woon-werkverkeer, personenvervoer en transport over de weg, door de lucht en over water broeikasgassen de lucht in. Al die uitstoot moet dus op termijn gaan verdwijnen.

Organisatorische en praktische ingrepen

Op weg naar klimaatneutrale mobiliteit kunnen ondernemers uiteraard zelf maatregelen nemen. Denk aan organisatorische maatregelen (artikel), zoals meer thuiswerken en efficiëntere distributieroutes. Ook het vergroenen van de vervoersmiddelen zelf (artikel) kan veel opleveren. Tegelijkertijd is het voor ondernemers ook interessant om te weten wat er in grote lijnen te verwachten is op beleidsgebied. Anders gezegd: is het doel voor 2050 al binnen bereik, of ligt het voor de hand dat de overheid de komende jaren de teugels strakker zal aanhalen?

2050 klinkt misschien nog ver weg, maar voor ondernemers die nu bijvoorbeeld moeten beslissen over investeringen in vervoersmiddelen die 5 jaar of langer meegaan, is verwacht beleid een belangrijke factor. Daarnaast is de afspraak om in 2030 de uitstoot met 55% terug te dringen ten opzichte van 1990. Dat is dus al op veel kortere termijn.

Energievraag en benodigde technologie

Om te zien of klimaatneutrale mobiliteit in 2050 haalbaar is, heeft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) een analyse gemaakt. Daarin redeneert het PBL terug vanaf het doel voor 2050. Dus: wat moet er bij het wegverkeer, de luchtvaart en de scheepvaart gebeuren om in 2050 klimaatneutraal te zijn?

Daarvoor heeft het PBL bijvoorbeeld de verwachte energievraag per vervoerssoort in kaart gebracht. Ook is gekeken hoe het ervoor staat met technologieën voor de verduurzaming van die vervoerswijze, en welke technologie in de toekomst kansrijk kan zijn. En er is onderzocht of gedragsverandering kan bijdragen aan de verduurzaming. Interessant, want juist gedrag is iets wat de overheid met beleid kan bijsturen.

Auto’s en bestelbussen op batterij

Deze marsroutes naar klimaatneutraal vervoer legt het PBL naast verwachte trends en verwacht beleid, om te zien of die routes ook binnen bereik zijn. Het algemene beeld is dat het wegverkeer redelijk op koers is. Voor luchtvaart en scheepvaart voorziet het PBL in haar rapport (pdf) meer beren op de weg. Dit artikel focust echter op de ontwikkelingen op de weg.

Voor het wegverkeer schetst het PBL verschillende paden om klimaatneutraal te worden. Die komen overigens uit een uitgebreider rapport (pdf) dat in 2024 is uitgebracht. Voor het lichte wegverkeer, dus personenauto’s, bestelauto’s en bestelbussen, is het scenario dat die in 2050 allemaal elektrisch aangedreven zullen zijn. Daarbij is onder meer meegenomen dat, als het aan de overheid ligt, vanaf 2030 alle nieuw verkochte personenauto’s emissievrij moeten zijn.

Als je de huidige ontwikkelingen rondom het wagenpark doortrekt, zou in 2050 nog zo’n 10% van de auto’s een verbrandingsmotor hebben. Het PBL gaat ervan uit dat deze auto’s richting de deadline van 2050 versneld van de weg worden gehaald, bijvoorbeeld met een subsidie van de overheid.

Trucks ook vooral elektrisch

Voor het zware wegverkeer, zoals vrachtwagens, is het toekomstbeeld wat minder duidelijk. Ook daarbij voorziet het PBL een belangrijke rol voor trucks op batterijen, maar het is onzeker hoe snel dit alles praktisch haalbaar zal zijn. Daarbij speelt bijvoorbeeld de zogeheten netcongestie (artikel) een rol: het Nederlandse stroomnet zit al vrij vol, waardoor het de vraag is hoe vlot de laadinfrastructuur voor trucks kan worden uitgerold.

Toch is een scenario waarin uiteindelijk de meeste trucks elektrisch zijn (en een deel op waterstof rijdt) voor het PBL het meest aannemelijk. Andere emissievrije aandrijvingsvormen zijn duurder dan elektrisch en voor een deel van de praktische bezwaren zijn er prima oplossingen mogelijk. Denk aan stations waarbij de batterij van een truck kan worden gewisseld zodat die direct weer door kan, of aan elektrische bovenleidingen boven de snelweg.

Hoe zit het met de ‘gedoe-factor’?

De conclusie van het PBL is dat het wegverkeer goed op koers ligt om in 2050 inderdaad klimaatneutraal te zijn. Tegelijkertijd zijn er wel een aantal onzekerheden bij de projecties. Naast de al genoemde netcongestie is het ook vrij onzeker hoe snel nieuwe elektrische voertuigen beschikbaar komen, en of er wel een uitgebreide tweedehandsmarkt voor elektrische voertuigen van de grond komt. Ook zijn er factoren die niet zo makkelijk in een model te gieten zijn, zoals de vraag of ondernemers en particulieren inderdaad overstappen naar elektrisch vervoer als dit goedkoper is in gebruik.

En, zoals het PBL het omschrijft: hoe sterk wegen andere factoren mee, zoals veronderstelde problemen rond het kunnen laden of de ‘gedoe-factor’? Een onderzoek uit 2024 naar gedragseffecten van elektrische rijders geeft wat dat betreft weinig hoop. Ongeveer een derde van de ondervraagde elektrische rijders zei weer terug te schakelen naar een benzineauto als vanaf 2025 belangrijke fiscale voordelen vervallen.

Minder steun elektrisch rijden

Hoewel er dus onzekerheden zijn in de voorspellingen, is het de vraag wat deze uitkomsten gaan betekenen voor het overheidsbeleid. Want hoewel de overheid nog steeds financieel en fiscaal voordeel geeft op emissievrij rijden, is de steun wel duidelijk een stuk kariger dan een paar jaar geleden. Een voorbeeld is het schrappen van de zogeheten SEBA-subsidie voor elektrische bestelbussen.

Ook bijvoorbeeld het bijtellingsvoordeel voor een elektrische auto van de zaak is flink verschraald. Vanaf 2026 valt een elektrische leasewagen die nieuw de weg op komt weer in hetzelfde bijtellingstarief als een benzineauto: 22%. Dat was ooit 4%. Ook is een elektrische auto niet langer volledig vrijgesteld van motorrijtuigenbelasting. Tegelijkertijd is het doel dus dat er vanaf 2030 geen nieuwe benzineauto’s meer mogen worden verkocht en zijn er zero-emissiezones ingesteld in verschillende binnensteden.

Veranderen van gedrag

Op basis van de scenario’s in het PBL-rapport ligt het voor de hand dat de overheid in elk geval inzet op beleidsmatige randvoorwaarden voor de overstap naar elektrisch vervoer. Daarbij gaat het dus om laadinfrastructuur en eventuele oplossingen voor het vrachtverkeer.

Daarnaast ziet het PBL beleidsmatige mogelijkheden bij het veranderen van gedrag. Want in alle scenario’s gaat het planbureau uit van verdere groei van de vervoersvolumes. Maar als er minder kilometers worden gemaakt, of als die kilometers met de trein of de fiets worden gemaakt in plaats van met de auto, kan dat ook impact hebben.

Heffing voor vrachtwagens

Eén manier om dat te bereiken is een simpele prijsprikkel. In die categorie zijn er voor het vrachtverkeer al plannen. Als het aan de overheid ligt, gaan vrachtwagens van boven de 3,5 ton vanaf medio 2026 een heffing betalen per gereden kilometer. De opbrengst zou dan gaan naar verduurzaming van de transportsector. Ook voor personenauto’s zou een kilometerheffing het aantal vervoersbewegingen kunnen terugdringen, al staan de plannen voor zo’n systeem al een tijd in de ijskast.

Duurzame keuze aantrekkelijker maken

Het PBL geeft in het rapport overigens geen dwingende adviezen voor beleidsingrepen. Maar het planbureau geeft in haar conclusie wel mee dat volledig vertrouwen op technologische ontwikkelingen ook wel een beetje de weg van de minste weerstand is. Als de verduurzaming volledig van nieuwe technologie komt, hoeven we onze vervoersgewoontes namelijk niet aan te passen.

Juist door met beleid duurzamere keuzes op het gebied van mobiliteit aantrekkelijker te maken, kan de kans op een klimaatneutrale mobiliteit in 2050 worden vergroot, aldus het PBL. Mocht de overheid dat ter harte nemen, dan zitten er voor ondernemers dus misschien ook wat pósitieve prijsprikkels in het vat.

 

In deze artikelen lees je meer over verduurzaming van mobiliteit:

Op weg naar duur­zame mobi­liteit

Organiseer je zakelijke mobiliteit duurzamer

Een ‘groener’ wagen­park: waar moet je op letten?