|
De verduurzaming klinkt uiteraard het duidelijkst door in de branche waar mobiliteit de kern van de broodwinning is: de transportsector in al haar verschijningsvormen. Hoewel dieseltrucks nog altijd veruit in de meerderheid zijn, komen er wel steeds meer vrachtauto’s met een stekker de weg op.
Ook zoeven pakketbezorgers vaker geluidloos door de straat in een elektrische bestelbus en heeft de doorsnee pizzabezorger de scooter-met-benzinewalm ingeruild voor een elektrische fiets (al dan niet met dikke banden).
Maar ook buiten de transportbranche kan vergroening van de mobiliteit uiteraard veel milieuwinst opleveren. Globaal kun je daarvoor twee wegen bewandelen: organisatorische maatregelen zoals thuiswerken en praktische maatregelen zoals elektrische auto’s aanschaffen. Beide routes komen in twee toekomstige, meer verdiepende artikelen nog uitgebreider aan de orde. Maar in dit artikel eerst een overzicht van de mogelijkheden.
Om te beginnen de organisatorische maatregelen. Het meest voor de hand liggend is uiteraard het aantal woon-werkkilometers binnen je onderneming terugdringen door werknemers meer thuis te laten werken. En puur uit het oogpunt van minder energieverbruik zou het ideáál zijn om het hele kantoor op te doeken en werknemers alleen nog maar in digitale vergaderingen te zien. Maar naast dat dit in veel branches simpelweg niet kan vanwege de werkzaamheden, is er ook het sociale aspect om rekening mee te houden.
Werknemers die thuis verpieteren omdat ze de saamhorigheid missen, blijven doorwerken omdat ze niet meer ‘naar huis gaan’ of er te weinig tussenkomen in digitale vergaderingen verliezen snel het werkplezier. En dan hebben we het nog niet over werknemers die buiten het zicht van de werkgever op een tochtige zolder over hun laptop gebogen zitten en allerlei lichamelijke klachten krijgen.
Een gedegen thuiswerkbeleid is dus van belang (kijk hier voor een toolbox met allerlei tips en informatie op dit gebied). Daarbij zijn er als werkgever tal van afwegingen die je moet maken. Zoals: in welke situaties mag iemand thuiswerken, en voor maximaal hoeveel uren of dagen per week? Ook is de vraag of werknemers toch de hele dag door bereikbaar zijn, ook al delen ze hun tijd anders in, met tussendoor een supermarktbezoek of een lunch buiten de deur.
Een tussenvorm kan zijn dat thuiswerkende werknemers wel altijd tussen 10:00 uur en 12:00 uur bereikbaar moeten zijn voor overleg. Dan moet de supermarkt dus even wachten tot na het middaguur.
Naast het verminderen van woon-werkverkeer via thuiswerken, kun je natuurlijk ook kijken of werknemers de toch noodzakelijke woon-werkkilometers sámen kunnen afleggen. Carpoolen dus. Niet iedere werknemer zal er op zitten te wachten om ‘s ochtends tijdens het rustig wakker worden in de auto al geconfronteerd te worden met een collega die honderduit praat.
Maar mogelijk trekt een belastingvoordeel anderen over de streep (checklist). Fiscaal is het meeste voordeel te behalen als werknemers op eigen initiatief gaan carpoolen én dat met hun eigen auto doen.
In dit licht is het ook nog het overwegen waard om werknemers een (elektrische) deelauto te laten gebruiken, al dan niet om te carpoolen. De werkgever kan bijvoorbeeld het abonnement op de deelauto vergoeden. Een dergelijke constructie kan werknemers kosten voor een eigen auto schelen, en het milieu is gebaat bij minder auto’s op de weg.
Zo’n elektrische deelauto is ook al een klein bruggetje naar de tweede route: verduurzaming van de vervoermiddelen zelf. Want naast de elektrische auto zijn er nog veel meer groene vervoersopties denkbaar voor werknemers, van de trein tot aan de fiets van de zaak (toolbox). Ook bij die vervoermiddelen kunnen werkgevers vaak een beroep doen op fiscale voordelen.
Bij het verduurzamen van het wagenpark en andere vervoermiddelen speelt de overheid een belangrijke rol. Allereerst overigens door zelf het goede voorbeeld te geven, met beleid om bij aanbestedingen voor vervoer te kiezen voor steeds meer duurzame vervoersmiddelen. Daarnaast hanteert de overheid ook twee methodes: de wortel en de stok.
Die wortel bestaat onder meer uit fiscale voordelen bij investeringen (artikel), maar ook uit subsidies. Uitvoeringsorganisatie RVO heeft een hele waaier aan tegemoetkomingen voor ondernemers die aan de slag willen met duurzame mobiliteit.
Een belangrijke regeling waar ondernemers alleen nog in 2024 gebruik van kunnen maken is de SEBA (Subsidieregeling Emissieloze Bedrijfsauto’s). Die regeling geeft tot € 5.000 subsidie op de aanschaf van bijvoorbeeld een emissieloze bestelbus. Voor de SEBA geldt dat je de subsidie moet aanvragen vóórdat de aankoopovereenkomst definitief is. Dit subsidieloket sluit eind dit jaar, dus zeeën van tijd heb je niet meer.
Al met al is het voor ondernemers van belang om het kostenplaatje goed door te rekenen. De term ‘total cost of ownership’ is daarbij van belang. Vaak zijn elektrische alternatieven duurder in aanschaf dan benzinevarianten. En mogelijk valt de wagen vanwege het gewicht van het accupakket ook in een hoger belastingtarief.
Anderzijds kun je mogelijk besparen op onderhoud, en zijn er dus misschien subsidies voor de aanschaf. Zo kan het volledige kostenplaatje van elektrisch toch voordeliger uitpakken dan van benzinevoertuigen.
Helemaal vrijblijvend is het vergroenen van mobiliteit voor ondernemers en werkgevers ook weer niet, want de overheid hanteert zoals gezegd ook de stok. Zo willen diverse gemeentes vanaf 2025 een zogeheten zero-emissiezone instellen. Op termijn mogen in die zones alleen nog bedrijfsvoertuigen rijden die helemaal niks uitstoten.
Daarnaast is er landelijk een CO2-rapportageplicht ingevoerd voor grote werkgevers (artikel). Organisaties met meer dan 100 werknemers moeten daardoor in 2025 een rapportage indienen over de CO2-uitstoot van de zogenoemde werkgebonden personenmobiliteit. Dat zijn de woon-werkkilometers van werknemers, en de kilometers die zij voor de zaak rijden. Voorlopig gaat het alleen nog om een rapportageplicht en krijgen werkgevers voorlopig zelf de vrijheid om de bijbehorende CO2-uitstoot terug te dringen. Maar levert dat allemaal te weinig op, dan volgen er op termijn wettelijke beperkingen.
Duurzaamheid in Bedrijf is een onderdeel van Rendement Uitgeverij.
Conradstraat 18
Unit E2.172
3013 AP Rotterdam
info@duurzaamheidinbedrijf.nl
010 – 24 33 9 33
KVK: 27181487
IBAN: NL24 INGB 0006 4159 44
BTW: NL 8079.64.712.B.01
copyright © 2009 – 2024 – rendement.nl
Gebruik van deze site betekent dat u onze algemene voorwaarden en ons privacy statement accepteert.