|
Hoewel veel ondernemers bezig zijn met verduurzamen omdat zij dit zelf belangrijk vinden of omdat klanten erom vragen, begint het besparen vaak toch pas ná het investeren. Bijvoorbeeld investeringen in zonnepanelen (artikel), isolatie of elektrisch vervoer. Om de drempel voor ondernemers te verlagen, heeft de overheid verschillende potjes.
Drie categorieën komen in dit artikel in vogelvlucht aan bod: fiscale voordelen, subsidies en hulp bij financiering. Overigens kan het zeker ook lonen om bij je eigen gemeente te informeren naar mogelijke lokale subsidies!
Om ondernemers die investeren fiscaal een steuntje in de rug te geven, is er de investeringsaftrek. Daarmee mogen ondernemingen een deel van het investeringsbedrag in mindering brengen op hun winst. Zo betalen zij dus minder belasting.
Allereerst is er de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), die toepasbaar is voor elke investering in bedrijfsmiddelen, bijvoorbeeld machines of installaties. Om in aanmerking te komen moet het investeringsbedrag in 2025 minstens € 2.901 bedragen (€ 2.801 in 2024). Nog interessanter wordt het als je de KIA kunt combineren met de milieu-investeringsaftrek (MIA) en de zogeheten Vamil-regeling.
De MIA geeft namelijk nog een extra belastingkorting, die in 2025 (net als in 2024) kan oplopen tot 45% van het investeringsbedrag. En met de Vamil-regeling kan je onderneming versneld afschrijven op de investering. Dat drukt de winst, en daarmee ook de belastingrekening.
Eén van de voorwaarden voor de MIA is dat het bedrijfsmiddel waarin je investeert op de zogeheten Milieulijst moet staan. Deze Milieulijst (pdf) wordt jaarlijks gewijzigd. Het moet gezegd dat voor de hand liggende milieu-investeringen als elektrische bestelauto’s en laadpalen de afgelopen jaren juist van de Milieulijst zijn afgevoerd. Daar kun je dus geen MIA meer voor krijgen. Wel nog voor bijvoorbeeld elektrische trucks en elektrische bakfietsen of een inzamelsysteem voor herbruikbare bekers. De investering moet minimaal € 2.500 bedragen.
Let op dat je de investering moet melden bij de RVO. Dit moet binnen drie maanden nadat de verplichting tot koop is aangegaan gebeuren. Onder voorwaarden mag je hier ook bepaalde kosten bij rekenen, zoals transportkosten, notariskosten of montagekosten. Onderhoudskosten tellen niet mee. Vervolgens kan je onderneming de investeringsaftrek toepassen in de belastingaangifte.
Bedrijven kunnen de KIA ook combineren met een andere bijzondere regeling, namelijk de energie-investeringsaftrek (EIA). De EIA is bedoeld voor investeringen in energiebesparende bedrijfsmiddelen. Die moeten op de Energielijst (pdf) staan. Met de EIA kun je tot 40% (zowel in 2025 als in 2024) van de investeringskosten aftrekken van de winst. Voor energiebesparende maatregelen via de EIA heeft de overheid in 2025 en 2026 extra budget vrijgemaakt. Een combinatie van de KIA met de MIA én de EIA is trouwens niet mogelijk, je moet kiezen welke investeringsaftrek je gebruikt.
Overigens kun je de Energielijst en de Milieulijst misschien ook gebruiken als inspiratie voor het verduurzamen van de bedrijfsvoering. Wil je bijvoorbeeld het bedrijfspand gaan verbouwen, dan loont het om eens te grasduinen in de lijsten, om te zien welke duurzame technieken of producten je kunt gebruiken.
Ter illustratie van de mogelijkheden een voorbeeld. Een verduurzamingsmaatregel die veel ondernemers met een bedrijfspand nemen, is zonnepanelen installeren. Zonnepanelen staan in 2025 inderdaad op de Energielijst. Voor deze investering kun je dus de EIA aanvragen (en mogelijk ook de KIA), als je tenminste voor meer dan € 2.500 investeert én een kleinverbruikersaansluiting hebt.
Verder kun je voor de zakelijke aanschaf van de zonnepanelen 21% BTW terugvragen in de BTW-aangifte (tenzij de zonnepanelen geïntegreerd zijn in het dak en dus ook als dakbedekking dienen, dan werkt de BTW-aftrek anders). Als je veel zonnepanelen op het dak van het pand legt, kun je ook in aanmerking komen voor de subsidie SDE++ (zie verderop). Maar als je die subsidie krijgt, mag je de EIA niet toepassen.
Naast fiscaal voordeel biedt de overheid ook de helpende hand in de vorm van subsidies. Een regeling voor het mkb is de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE). Daarmee kunnen ondernemers subsidie krijgen voor het installeren van een (hybride) warmtepomp, een zonneboiler of een kleinschalige installatie voor windenergie. Eerder was er ook ISDE-subsidie voor zonnepanelen, maar dat is sinds 2024 niet meer het geval.
Voor de verschillende installaties gelden verschillende voorwaarden (te vinden op de site van uitvoerder RVO), maar in alle gevallen geldt dat je eerst subsidie moet aanvragen voordat je een koopovereenkomst sluit.
Als je onderneming een grootschaliger project voor ogen heeft, kun je mogelijk een beroep doen op de SDE++ (Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie). Voor deze regeling is jaarlijks maar één aanvraagronde. De precieze startdatum moet nog bekend gemaakt worden, maar het loket opent waarschijnlijk in oktober 2025. Ook het budget voor 2025 is nog niet bekend, maar in 2024 is van het budget van € 11,5 miljard zo’n € 1,7 miljard niet opgegaan.
De aanvraagronde voor de SDE++ is doorgaans ingedeeld in fasen, afhankelijk van de verwachte vermindering van de CO2-uitstoot. De SDE++ aanvragen kost behoorlijk wat voorbereidingstijd, maar kan ook een langjarig voordeel opleveren. Subsidie uit de SDE++ loopt namelijk 12 tot 15 jaar dóór.
Wel gelden er dus flink wat voorwaarden. Zo werd in 2024 voor zonnepanelen de eis gesteld dat de installatie minstens 15.000 wattpiek (Wp) beslaat. Stel dat een zonnepaneel een vermogen (uitgedrukt in wattpiek) van 300 Wp heeft, dan moet je dus al minstens 50 panelen leggen om de SDE++ te kunnen gebruiken.
Als je overweegt om met de onderneming elektrisch te gaan rijden, is daar ook wel wat subsidie voor mogelijk. Wel is de hoeveelheid tegemoetkomingen de afgelopen tijd behoorlijk uitgekleed. Zo was er eerder nog de SEBA-regeling, waarmee ondernemers voor emissieloze bedrijfsauto’s € 5.000 subsidie konden krijgen. Maar de SEBA is met ingang van 2025 afgeschaft.
Speciaal voor emissieloze vrachtauto’s is er nog wél subsidie: de Aanschafregeling Zero-emissie Trucks (afgekort AanZET). Maar het budget voor deze regeling is tot nu toe bij elke aanvraagronde telkens razendsnel opgesoupeerd.
Voor het kopen van elektrische voertuigen is er dus minder financiële hulp, maar meer indirect is er nog wel een subsidie-optie. Namelijk: tegemoetkomingen voor het aanleggen van laadinfrastructuur bij bedrijven. Het kan dan gaan om laadpalen die alleen voor je eigen onderneming beschikbaar zijn (de SPRILA-regeling) of om het aanleggen van openbare laadpalen (de SPULA).
Zoals eerder gezegd: verduurzaming kost de onderneming ook geld. Als je bijvoorbeeld bij de bank moet aankloppen voor een lening om de vergroening door te zetten, kan de overheid ook daarbij wat steun bieden. Zo is er een speciale ‘groene’ variant van de Borgstellingsregeling MKB-kredieten (BMKB), waarbij de overheid garant staat voor een deel van het bedrag van de lening. De financier heeft zo meer zekerheid dat hij het geld ook terugziet.
De BMKB-Groen is speciaal voor investeringen van mkb’ers in duurzame bedrijfsmiddelen of verduurzaming van bedrijfspanden. De borgstelling is hoger dan bij de reguliere BMKB.
Duurzaamheid in Bedrijf is een onderdeel van Rendement Uitgeverij.
Conradstraat 18
Unit E2.172
3013 AP Rotterdam
info@duurzaamheidinbedrijf.nl
010 – 24 33 9 33
KVK: 27181487
IBAN: NL24 INGB 0006 4159 44
BTW: NL 8079.64.712.B.01
Copyright Rendement Uitgeverij B.V., alle rechten voorbehouden, geen tekst- en datamining.
Gebruik van deze site betekent dat u onze algemene voorwaarden en ons privacy statement accepteert.