Nederland heeft zich samen met de 192 andere VN-lidstaten verbonden aan de Sustainable Development Goals (duurzame ontwikkelingsdoelen, SDG’s). De overheid heeft zich voorgenomen om de SDG’s uiterlijk in 2030 te behalen.

Om de voortgang te monitoren, is de Nationale SDG Rapportage opgesteld, met input uit alle sectoren in de maatschappij: het Rijk, de decentrale overheden, het bedrijfsleven, het maatschappelijk middenveld, kennisinstellingen en de jongeren.

Aandacht en drijfveren

Uit de rapportage blijkt dat meer dan 90% van de bedrijven de SDG’s kent en dat zo’n 88% er rekening mee houdt. De komende twee jaar wil 60% van de bedrijven meer aandacht gaan besteden aan de SDG’s. De belangrijkste drijfveren voor bedrijven om aan de SDG’s te werken zijn:

• voldoen aan de maatschappelijke verwachting;
• verbeteren van reputatie en imago bij belangrijke stakeholders;
• adresseren van de wereldwijde uitdagingen rond duurzaamheid;
• anticiperen op overheidsbeleid.

Het bedrijfsleven heeft al flinke vooruitgang geboekt op terreinen zoals klimaat, energie en gendergelijkheid. Op het gebied van circulaire economie en internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen is wel versnelling nodig.

Aanjagen en opschalen

Bedrijven geven in de rapportage aan dat zij behoefte hebben aan een beter investeringsklimaat voor duurzame investeringen. Ook willen zij meer regie en een langetermijnvisie van de overheid. Ze zien nu nog te weinig erkenning voor hun duurzaamheidsinzet, en voelen zich zelfs gehinderd door de huidige regelgeving. De koplopers op het gebied van duurzaamheid vinden dat er geen gelijk speelveld is.

Verder benadrukt het bedrijfsleven het belang van de beschikbaarheid van financiële middelen voor het aanjagen en opschalen van innovaties in verduurzaming, zoals het klimaatfonds. Veel bedrijven willen dat de overheid zelf duurzaam inkoopt om zo de adoptie van de SDG’s te stimuleren.