Met het Circulair Materialenplan zet de overheid in op een breed circulair afvalbeleid. Het plan biedt een kader voor het gebruik van grondstoffen, het omgaan met afval en het verlenen van vergunningen. Dit moet bedrijven helpen om met bewuste keuzes hun bedrijfsvoering (meer) circulair maken en het bevoegde gezag bij het nemen van besluiten en de handhaving ervan.

Kanttekeningen bij het ontwerp-CMP

Het Circulair Materialenplan, dat in de loop van 2025 het huidige Landelijk Afvalbeheerplan (LAP3) moet vervangen, moet nog verder worden uitgewerkt. Begin dit jaar was de consultatieperiode van het ontwerp-CMP en boog onder andere de Commissie mer zich over het plan en het bijbehorende milieueffectrapport. Dit leidde tot de nodige kritische noten bij het nieuwe circulaire afvalplan van de overheid.

Ingewikkeld en onduidelijk

De Commissie mer omschrijft het CMP als een groot en ingewikkeld plan, dat een nieuwe richting geeft aan materialen en afvalstoffenbeheer. Onduidelijk blijft volgens de commissie echter hoe het plan daadwerkelijk bijdraagt aan een circulaire economie.

In het CMP heeft de overheid namelijk alleen kaderstellende en nieuwe onderwerpen uitgewerkt, maar laat zij een beschrijving van de effecten van het hele plan achterwege. Hierdoor geeft het milieueffectrapport geen inzicht in hoe verschillende beleidskeuzes op elkaar inwerken en hoe milieueffecten optellen.

Onvolledige en onjuiste informatie

Daarnaast vindt de Commissie mer het ontwerp-CMP nog niet volledig. Zo bevat het CMP volgens de commissie geen goede agenda en adequate planning. Ook is de informatie in het CMP vaak onvolledig en bij verschillende onderwerpen zelfs onjuist.

Al met al heeft de Commissie mer dus nogal wat aan te merken op het nieuwe circulaire afvalplan van de overheid. Door deze punten van kritiek is het volgens de commissie onmogelijk om de beoogde resultaten van het CMP goed te duiden.