Duurzaamheid in Bedrijf

Zoeken
Sluit dit zoekvak.
Grote bedrijven zetten onvoldoende in op CO2-reductie
Minder dan een kwart van de bedrijven met een netto-nuldoelstelling spant zich in om de eigen CO2-uitstoot fors te verminderen, blijkt uit onderzoek van de Universiteit Twente. In hun klimaatplannen nemen zij ‘onvermijdelijke koolstofuitstoot’ mee, maar ze leggen niet goed uit wat zij daarmee bedoelen.

|

24 juni 2024

Uit een analyse van de klimaatbeloften van 115 grote internationale bedrijven blijkt dat 60% hiervan (69 bedrijven) een netto-nuldoelstelling heeft. Bedrijven met een netto-nuldoelstelling hebben de opdracht om hun CO2-uitstoot terug te brengen tot nul en moeten alle mogelijke acties ondernemen om de uitstoot tot nul te reduceren.

Dit is in de praktijk echter niet altijd haalbaar. Eventuele resterende CO2-uitstoot (de ‘onvermijdelijke’ uitstoot van koolstofdioxide die overblijft) moet het bedrijf dan compenseren door eenzelfde hoeveelheid CO2 uit de atmosfeer te halen.

Uit het onderzoek komt naar voren dat minder dan een kwart (slechts 22%) van de bedrijven met een netto-nuldoelstelling zich daadwerkelijk inzet om dit doel te behalen.

Geen goede definitie van ‘onvermijdelijke’ uitstoot

De bedrijven en technische experts kunnen grotendeels zelf bepalen welke uitstoot ‘onvermijdelijk’ is, en daar zit ‘m volgens TU-onderzoeker Rosalie Arendt de crux. Bedrijven kunnen nu ‘onvermijdelijke koolstofuitstoot’ meenemen in hun plannen zonder duidelijk te definiëren wat dat betekent, en bedrijven als Meta doen dat ook.

Niet onvermijdelijk, toch veel restuitstoot

Een andere opvallende uitkomst is dat sectoren waarin CO2-uitstoot niet onvermijdelijk is, waaronder de IT-sector, over het algemeen de meeste resterende uitstoot blijken te hebben. Zo hebben grote IT-bedrijven als Microsoft en Alphabet (Google) gemiddeld een hogere resterende koolstofuitstoot, terwijl deze uitstoot niet moeilijk te reduceren is.

Resterende koolstofuitstoot gezamenlijk definiëren

In haar onderzoeksrapport pleit Arendt voor een gezamenlijke aanpak voor het definiëren van resterende CO2-uitstoot, waar regeringen en spelers uit het maatschappelijk middenveld op nationaal en internationaal niveau bij worden betrokken. Deze weg zou moeten leiden tot eerlijker bijdragen aan de wereldwijde klimaatinspanningen, vooral om tegemoet te komen aan de behoeften van kwetsbare bevolkingsgroepen.