Met de MIA en de Vamil krijgen ondernemingen belastingvoordeel voor investeringen in milieuvriendelijke technieken en bedrijfsmiddelen. Ruim twee derde (70%) van de aanvragen in 2023 was voor bedrijfsmiddelen op het gebied van mobiliteit, zoals elektrische bestelauto’s, bussen, vrachtwagens en mobiele werktuigen. Ook investeerden bedrijven vorig jaar flink in aanpassingen van productieprocessen om grondstoffen te besparen en in duurzame landbouw.

Zonnepanelen, warmtepompen en isolatie

De EIA biedt belastingvoordeel voor investeringen die een aanzienlijke energiebesparing opleveren. In 2023 kwamen de meeste EIA-aanvragen binnen voor zonnepanelen, warmtepompen en isolatie van gebouwen. Ook investeerden ondernemers in de opslag van elektrische energie.

Deze maatregelen zorgen er niet alleen voor dat bedrijven minder gas gebruiken of zelfs helemaal van het gas af kunnen, ze dragen er ook aan bij dat overbelasting van het elektriciteitsnet wordt beperkt.

Al deze maatregelen samen zorgen voor een flinke vermindering van de CO₂-uitstoot. De totale CO2-reductie door energiebesparende investeringen liep vorig jaar op tot 1.906 kiloton (2022: 1.753 kiloton). De verwachte energiebesparing van alle investeringen is ongeveer 1.077 miljoen m³ aardgas.

EIA of MIA/Vamil aanvragen

Ondernemingen komen in aanmerking voor de EIA als de energie-investering voldoet aan de omschrijving van de Energielijst van de RVO. Voor de MIA en de Vamil moeten bedrijfsmiddelen op de Milieulijst van de RVO staan.

Dien je aanvraag tijdig in bij de RVO: binnen drie maanden na het aangaan van de definitieve investeringsverplichting. De termijn van drie maanden wordt strikt gehanteerd. Ben je te laat, dan loop je de aftrekpost mis.

Meer informatie over subsidies en belastingvoordelen voor het verduurzamen van de onderneming lees je in het artikel Verduurzamen met financiële en fiscale steun.