Sinds de inwerkingtreding van de CSRD op 5 januari 2023 kregen de lidstaten 18 maanden de tijd om de Europese richtlijn voor de verplichte duurzaamheidsrapportage in hun nationale wet- en regelgeving op te nemen. Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, hebben de deadline van 6 juli 2024 niet gehaald. In een gezamenlijke reactie op het implementatiebesluit (pdf) uiten VNO-NCW, de NBA en de VEUO aan de Tweede Kamer hun zorgen over de juridische gevolgen van de te late invoering van de CSRD in de Nederlandse wetgeving.

Met terugwerkende kracht

De Europese CSRD verplicht grote ondernemingen om vanaf boekjaar 2024 in hun jaarverslag te rapporteren over hun duurzaamheidsinspanningen. Deze rapportageplicht wordt gefaseerd ingevoerd. Allereerst zijn grote beursgenoteerde ondernemingen en andere grote organisaties van openbaar belang, zoals banken en verzekeraars, aan de beurt. Zij moeten in hun jaarverslag over boekjaar 2024 rapporteren over hun duurzaamheidsprestaties, accountants moeten deze jaarverslagen beoordelen en aandeelhouders gebruiken het verslag om te bepalen waarin ze willen investeren.

De jaarverslagen van 2024 moeten uiterlijk in april 2025 definitief zijn. Dit betekent dat de bedrijven met een CSRD-rapportageplicht hun jaarverslag moeten opstellen volgens de bestaande regelgeving, terwijl hun jaarverslag – met terugwerkende kracht – moet voldoen aan nieuwe wettelijke bepalingen. Dat deze bedrijven met terugwerkende kracht aan nieuwe regelgeving moeten voldoen, is volgens VNO-NCW, de NBA en de VEUO een ongewenste situatie, die tot allerlei praktische en juridische problemen kan leiden.

Goede overgangsregeling 

Daarnaast wijzen VNO-NCW, de NBA en de VEUO er in hun brief op dat de Europese Commissie op dit moment nog nadenkt over een betere stroomlijning van de CSRD-rapportageverplichtingen en enkele andere regelingen, zoals de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD) (artikel).

De organisaties dringen daarom bij de Tweede Kamer aan op een voorspelbare en werkbare invoering van de implementatiewet. Ze pleiten voor een goede overgangsregeling, waarin wordt afgezien van de terugwerkende kracht voor de jaarverslagen over verstreken boekjaren.