De vraag naar elektriciteit en de hoeveelheid duurzaam opgewekte stroom is de laatste jaren zo hard gegroeid dat het huidige elektriciteitsnet niet meer volstaat om vraag en aanbod goed te verwerken. Deze filevorming op het elektriciteitsnet, oftewel netcongestie (artikel), is niet zo één, twee, drie opgelost.

Ondernemers moeten er dus rekening mee houden dat zij de komende jaren last kunnen krijgen van netcongestie en doen er goed aan zich hierop voor te bereiden. De RVO publiceerde onlangs een digitale wegwijzer, die ondernemers hierbij houvast biedt.

Wat kun je als ondernemer doen?

De Wegwijzer Netcongestie: wat kunt u doen? geeft ondernemers inzicht in de (voorbereidende) maatregelen die zij kunnen nemen bij netcongestie. Door het beantwoorden van een aantal vragen, zie je als ondernemer direct wat je kunt doen, welke organisaties je kunnen helpen met de vervolgstappen en welke subsidies je hierbij kunt aanvragen.

Het in kaart brengen van je huidige energievoorziening is de eerste stap. Op basis daarvan krijg je een overzicht van de mogelijkheden om slimmer om te gaan met energie en van de maatregelen die je – zelfstandig of als collectief – kunt nemen om ook op de lange termijn in je energiebehoefte te kunnen voorzien.

Mogelijke oplossingsrichtingen bij netcongestie

Op basis van onderzoek door CE Delft en Merosch (pdf) naar succesvolle projecten in netcongestiegebieden, formuleerde RVO 7 mogelijke oplossingsrichtingen voor ondernemers die last hebben van netcongestie:

• Bekijk wanneer je welke energiebronnen het beste kunt gebruiken.
• Sla duurzaam opgewekte elektriciteit waar mogelijk op voor later gebruik.
• Zet teveel opgewekte elektriciteit om naar andere energievormen, zoals warmte of waterstof (‘conversie’).
• Beperk je elektriciteitsverbruik op momenten dat het stroomnet overbelast is.
• Combineer de opwek van verschillende energiebronnen op één netaansluiting (‘cable pooling’).
• Lever je opgewekte elektriciteit rechtstreeks aan een grootverbruiker in je omgeving.
• Vorm samen met andere bedrijven een ‘energiehub’, zodat je de gezamenlijk opgewekte en benodigde elektriciteit beter kunt sturen.