Het Nederlandse elektriciteitsnet snakt naar vergroting van de capaciteit. Burgers en ondernemingen vragen steeds meer van het net, onder meer door de opkomst van zonnepanelen (artikel) en elektrische auto’s. Deze ontwikkelingen leiden tot een soort filevorming op het net, zogeheten netcongestie (artikel). Kort gezegd: bij piekmomenten gaat de vraag naar transport van elektriciteit de capaciteit van het net te boven.

Oplevering in 2033, in plaats van 2029

Netbeheerder TenneT is daarom druk bezig om de capaciteit van het nationale hoogspanningsnet te vergroten. Maar nu blijkt dat een belangrijk uitbreidingsproject jaren vertraging oploopt. Het hoogspanningsnet in de provincies Utrecht en Gelderland en in de Flevopolder vormt nu nog één geheel, maar TenneT wil dat opknippen in vier deelnetten.

Oorspronkelijk zou dat project in 2029 opgeleverd worden, maar TenneT schat nu in dat het 2033 wordt. Als er nog meer tegenzit, wordt het zelfs 2035. Volgens de netbeheerder heeft de vertraging te maken met ‘onvoorziene belemmeringen’, zoals langdurige procedures. Ook kost de aankoop van benodigde grond meer tijd dan gedacht.

Grootverbruikers wachten op aansluiting

De vertraging is een nieuwe tegenslag voor het net. Afgelopen april heeft TenneT al laten weten dat projecten in Brabant en Limburg later klaar zijn dan gedacht. Deze vertragingen raken in eerste instantie grootverbruikers van elektriciteit en grote leveranciers van windenergie (artikel) en zonne-energie. Zij moeten langer wachten op een aansluiting op het net.

Naast een wachtlijst voor deze grote aansluitingen kan het uiteindelijk ook zo ver komen dat kleinverbruikers niet direct een aansluiting kunnen krijgen, waarschuwt TenneT. Daarbij gaat het om woningen en kleine mkb’ers. De kans dat ook hier een wachtlijst ingevoerd moet worden, neemt door de bouwvertragingen toe, aldus TenneT.

Zelf maatregelen nemen

In de tussentijd roept de netbeheerder ondernemers op om zelf ook te proberen het net te ontlasten. Dat kan door op piekmomenten geen stroom af te nemen of terug te leveren en door het elektriciteitsverbruik te verminderen. Ook kunnen ondernemingen op bijvoorbeeld een bedrijventerrein een zogeheten energy hub vormen. De ‘buren’ proberen dan het opwekken en opsouperen van elektriciteit onderling af te stemmen.