|
De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) legt grotere en beursgenoteerde ondernemingen – en daarmee feitelijk ook hun toeleveranciers – duurzame verplichtingen op. Steeds meer ondernemingen moeten jaarlijks rapporteren over hun impact op mens en milieu (artikel).
Dat is echter een nogal brede waaier aan mogelijke thema’s. En dáár komt het begrip dubbele materialiteit om de hoek kijken. Dit moet er namelijk mede voor zorgen dat ondernemingen zich focussen op de meest relevante thema’s. De impact kan namelijk nogal verschillen per bedrijf. Zo maakt het veel uit of de onderneming internationaal actief is. Ook de omvang van een onderneming kan een rol spelen.
Om te kijken over welke thema’s een onderneming moet rapporteren, moet zij eerst analyseren op welke thema’s de impact daadwerkelijk materieel is.
De rapportageregels voor de CSRD (artikel) schrijven voor dat een onderneming een dubbele materialiteitsanalyse moet doen. Die is dubbel omdat een bedrijf de impact vanuit twee gezichtspunten moet bekijken: van binnen naar buiten en van buiten naar binnen.
Enerzijds is het de impact die de onderneming zelf heeft op mens en milieu. Die invloed van de binnen naar buiten is de ‘impact-materialiteit’. Anderzijds kunnen bijvoorbeeld klimaatontwikkelingen invloed hebben op de bedrijfsvoering. Denk aan grondstoffen die schaars worden. Dit laatste, de invloeden van buiten naar binnen, is de ‘financiële materialiteit’.
Voor de duidelijkheid: een onderneming moet álle thema’s die materieel zijn belichten in de duurzaamheidsrapportage. Dus niet alleen de thema’s die in beide gezichtspunten voorkomen. Blijkt uit de analyse dat iets geen materieel thema is voor de onderneming, dan hoeft zij er ook niet over te rapporteren. Dit kan flink verschillen per onderneming, al zullen bedrijven binnen dezelfde branche waarschijnlijk wel goeddeels dezelfde materiële thema’s hebben.
In de rapportageregels staat helaas geen algemene wiskundige formule om vast te stellen wanneer een thema wel of niet materieel is. Wel zijn er een aantal aspecten waar ondernemingen bij hun analyse rekening mee moeten houden.
Zo moeten ondernemingen onder meer bepalen hoe waarschijnlijk het is dat een (negatieve) impact gaat plaatsvinden en wat daarvan de ernst zal zijn. Voor dat laatste moet de onderneming bijvoorbeeld kijken naar de reikwijdte (hoeveel mensen of gebieden worden er getroffen?) en de schaal (hoe heftig is de impact?).
Dit alles geeft richting bij het prioriteren van thema’s. Maar uiteindelijk is het toch aan de onderneming zelf om te bepalen én te onderbouwen wanneer thema’s materieel zijn. En over welke thema’s zij dus gaat rapporteren.
Ook zijn er voorschriften voor hoe een onderneming de analyse moet uitvoeren. Dat begint met navraag doen bij betrokkenen bij de onderneming (‘stakeholders’), zoals zakenpartners, werknemers, financiers en klanten. Zij kunnen aangeven op welke onderwerpen de onderneming zich moet richten. En ook of zij op dat gebied een voortrekkersrol verwachten van de onderneming of juist een meer reactieve houding.
Op die manier verzamelt de onderneming een longlist met mogelijk relevante onderwerpen. Vervolgens moet die longlist worden teruggebracht tot een lijst met materiële thema’s. En uiteindelijk gaat het er natuurlijk om dat die thema’s worden omgezet in bedrijfsbeleid.
Meer uitleg over dit proces is onder meer te vinden in een document (pdf) met vragen en antwoorden van de Sociaal-Economische Raad en in een stappenplan van de NBA, een beroepsorganisatie van accountants.
Duurzaamheid in Bedrijf is een onderdeel van Rendement Uitgeverij.
Conradstraat 18
Unit E2.172
3013 AP Rotterdam
info@duurzaamheidinbedrijf.nl
010 – 24 33 9 33
KVK: 27181487
IBAN: NL24 INGB 0006 4159 44
BTW: NL 8079.64.712.B.01
copyright © 2009 – 2024 – rendement.nl
Gebruik van deze site betekent dat u onze algemene voorwaarden en ons privacy statement accepteert.