Duurzaamheid in Bedrijf

Zoeken
Sluit dit zoekvak.
CSRD-rapportagerichtlijn raakt ook het mkb
Grote ondernemingen zijn druk doende met het in de vingers krijgen van een nieuwe Europese rapportagerichtlijn, de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Bij zo’n richtlijn voor rapportages denk je als mkb’er misschien: het zal allemaal wel. Maar wat nu als er een grote afnemer op de stoep staat die voor zijn duurzaamheidsverslag wil weten hoeveel CO2 je onderneming eigenlijk uitstoot. Heb je die gegevens dan paraat? Daarom: een serie over de CSRD én de gevolgen voor het mkb.

|

29 mei 2024

De CSRD is bedoeld als stok achter de deur voor het bedrijfsleven om beleid te maken voor verduurzaming én transparant te zijn over hun impact op mens en milieu. Ondernemingen die onder de CSRD vallen, moeten hier jaarlijks over rapporteren, als onderdeel van hun jaarverslag.

Deze rapportages moeten ondernemingen volgens vaste Europese regels opstellen (artikel). Het idee is dat bijvoorbeeld investeerders en consumenten zo makkelijker kunnen vergelijken hoe ondernemingen het doen op het gebied van duurzaamheid. Ook krijgen zij informatie over de impact die ondernemingen zelf verwachten van klimaatontwikkelingen op de bedrijfsvoering.

Hoewel de CSRD alleen geldt voor grote ondernemingen en het gros van de beursgenoteerde bedrijven, kan ook het mkb er indirect mee te maken krijgen. Bijvoorbeeld als toeleverancier van een onderneming die wél onder de CSRD valt.

Wat betekent de CSRD voor ondernemingen?

Zonder al te veel de techniek van de richtlijn in te duiken: de CSRD schrijft kort gezegd voor over welke aspecten van duurzaamheid ondernemingen moeten rapporteren. Die zijn in te delen in drie categorieën, die bekendstaan onder de Engelse afkorting ESG. Dat staat voor:

  • Environment: impact van de onderneming op het milieu.
  • Social: onder meer hoe de onderneming omgaat met de eigen werknemers en werknemers in de productieketen en haar impact op de maatschappij.
  • Governance: goed bestuur, zoals de bedrijfsethiek en acties om corruptie tegen te gaan.

 

Op welke manier ondernemingen over deze thema’s moeten rapporteren, is óók vastgelegd. Namelijk in de European Sustainability Reporting Standards, kortweg ESRS (artikel). In de ESRS zijn de rapportageverplichtingen ingedeeld in verschillende hoofdstukken. Zo bevat ESRS E1 (E van environment) de voorschriften voor rapportages over klimaatverandering, en gaat ESRS S1 over de omgang met het eigen personeel (pdf met Nederlandse tekst van de ESRS).

In latere artikelen in deze CSRD-serie komen deze normen uitgebreider aan bod, net als het begrip dubbele materialiteit’ (zie het kader hieronder). Zodra die artikelen zijn verschenen, vind je de links naar die informatie hier.

Belangrijke vraag: is de impact materieel?

Een belangrijk begrip in de ESRS is de ‘dubbele materialiteit’. Daarbij gaat het om de vraag of de impact materieel is, ofwel: wezenlijk. Als een onderneming tot de conclusie komt dat er op een bepaald duurzaamheidsthema geen daadwerkelijke impact is, hoeft zij daar ook niet over te rapporteren. Maar dan moet het bedrijf wél onderbouwen waarom zij tot die conclusie is gekomen (ook weer volgens vaste richtlijnen).

De dubbele materialiteit houdt in dat ondernemingen in hun analyse twee gezichtspunten moeten bekijken. Enerzijds de impact die ondernemingen zelf hebben op onder meer het milieu, en anderzijds de (financiële) impact die bijvoorbeeld klimaatontwikkelingen kunnen hebben op de bedrijfsvoering. Denk bij dat laatste bijvoorbeeld aan afhankelijkheid van grondstoffen.

Wanneer gaat de CSRD gelden?

De CSRD wordt gefaseerd ingevoerd. De grote beursgenoteerde ondernemingen zijn daarbij als eerste aan de beurt. Bij de rapportage over boekjaar 2024 (dus in 2025) krijgen zij voor het eerst te maken met de rapportagerichtlijn. De komende jaren gaan steeds meer ondernemingen onder de CSRD vallen, want de planning ziet er vooralsnog zo uit:

  • Boekjaar 2024: grote ondernemingen ‘van openbaar belang’: banken, verzekeraars en beursgenoteerde ondernemingen die minstens 500 werknemers hebben.
  • Boekjaar 2025: alle grote ondernemingen met een Europese rechtsvorm.
  • Boekjaar 2026: middelgrote en kleine beursgenoteerde ondernemingen.
  • Boekjaar 2028: grotere ondernemingen met een rechtsvorm van buiten de Europese Unie.

 

Voor het onderscheid tussen een grote en een middelgrote onderneming zijn een aantal criteria van belang. Een onderneming krijgt het etiket ‘groot’ als die in twee opeenvolgende boekjaren aan minstens twee van deze drie criteria voldoet:

  • De bezittingen (activa) van de onderneming hebben een waarde van meer dan € 25 miljoen.
  • De netto-omzet bedraagt meer dan € 50 miljoen.
  • De onderneming heeft 250 of meer werknemers.

Veel informatie verzamelen

Het eerste rapportagejaar voor de CSRD loopt dus. En dat betekent dat het momenteel in bestuurskamers en op financiële afdelingen van grote ondernemingen een belangrijk onderwerp is. Want zo’n duurzaamheidsverslag heeft nogal wat voeten in de aarde.

Zo moeten bedrijven nagaan welke informatie zij allemaal moeten verzamelen, een systeem opzetten om de duurzaamheidsprestaties te meten, concreet maken wat nu eigenlijk de ‘impact’ is van de onderneming, duurzaamheidsambities formuleren en dit alles inbedden in de organisatie. Werk aan de winkel dus!

Wat zijn de gevolgen van de CSRD voor het mkb?

Nu zul je als mkb’er misschien denken: al die regelgeving, dat zal mijn tijd voorlopig wel duren. En dat klopt: het niet-beursgenoteerde mkb valt (vooralsnog) niet binnen de reikwijdte van de CSRD. Maar ondernemers kunnen wel indirect met de nieuwe rapportageverplichtingen te maken krijgen. Want grote bedrijven moeten ook gaan uitzoeken hoe het zit met de milieu-impact van hun toeleveringsketen.

Daardoor zou bijvoorbeeld de lokale bakker die dagelijks broodjes levert aan een grote onderneming om de hoek ook de vraag kunnen krijgen wat zijn oven eigenlijk aan CO2 uitstoot. En of die kadetjes wel met een elektrische bestelbus worden bezorgd. Die laatste vraag kan de bakker in dit voorbeeld nog wel beantwoorden, maar de uitstoot meten is waarschijnlijk een ander verhaal.

Concurrentievoordeel als toeleverancier

Als je die lijn doortrekt, zou het de bakker zelfs een concurrentienadeel kunnen opleveren als hij de uitstootcijfers niet paraat heeft en de concurrent wél. Grote ondernemingen zijn op zoek naar mogelijkheden om te verduurzamen en kijken mogelijk ook kritischer naar hun toeleveranciers. Een mkb’er die aantoonbaar groener bezig is komt dan misschien eerder in aanmerking.

In tegenstelling tot het grootbedrijf heeft een doorsnee mkb’er geen hele afdeling die zich om duurzaamheid bekommert. Maar vanuit welbegrepen eigenbelang kan het dus wel lonen om in elk geval enige research te doen naar de uitwerking van de CSRD (zie hieronder). Mogelijk kun je zo de nieuwe, ingewikkelde regelgeving juist in je voordeel gebruiken.

Onderzoek doen naar werking CSRD

Je zou bijvoorbeeld eens kunnen grasduinen in een uitlegdocument van de Sociaal-Economische Raad (SER). Dit overlegorgaan van onder meer werkgever en vakbonden heeft een groot aantal vragen en antwoorden gebundeld in een uitgebreid document, te vinden op de site van de SER.

Verder heeft het bedrijvennetwerk MVO Nederland de zogeheten MVO Risico Checker ontwikkeld, waarmee ondernemingen een indicatie kunnen krijgen van internationale mvo-risico’s.

Andere artikelen in de CSRD-serie van Duurzaamheid in Bedrijf:

Rapportagestandaarden voor het duurzaamheidsverslag (ESRS)

Aan de slag met de CSRD: de E is van Environment

Aan de slag met de CSRD: de S is van Social

Aan de slag met de CSRD: de G is van Governance